Office Winhov en Van Hoogevest Architecten, Stadhuis Den Helder (2023)
Het vijfde winnende project van de Herengracht Industrie Prijs is het Stadhuis Den Helder van Office Winhov en Van Hoogevest Architecten, opgeleverd in 2023. De jury van de H.I.P. 2024 omschrijft het project als volgt:
Het stadhuis bestaat uit twee verschillende gebouwen op de voormalige rijkswerf Willemsoord, die sterk verbonden zijn met het militaire verleden van deze havenstad. Met de herbestemming tot stadhuis krijgen zij een duurzame toekomst die aansluit op de geschiedenis van Den Helder. Het nieuwe Huis van de stad verleent het democratisch bestuur een zichtbaar podium en vormt een forse impuls voor de verdere ontwikkeling van Willemsoord.
Bekijk de video van Stadhuis Den Helder hieronder.
Het ontwerp voor het Stadhuis van Den Helder plaatst zich bewust in een traditie waarin architectuur en interieur onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Thema H.I.P. 2024 Nieuwe waarden
De vijf genomineerde projecten zijn bestaande gebouwen gerenoveerd en vernieuwd, respectievelijk geschikt gemaakt voor nieuw gebruik. Dit treedt in de praktijk steeds vaker op. Sloop en nieuwbouw met uitbreiding van het aantal vierkante meters zijn niet meer vanzelfsprekend. De jury juicht deze ontwikkeling toe. Bij de nominaties staat de vraag centraal wat je met het interieur van een bestaand gebouw of structuur kunt doen. Daarbij valt op dat in deze projecten de bestaande architectuur min of meer wordt geaccepteerd. Ze zoeken niet naar een contrast met het al bestaande, maar gaan de dialoog aan en willen in sommige gevallen de architectuur ervan voortzetten. Dit vergt van de zijde van opdrachtgevers en ontwerpers de nodige toewijding. Beide partijen lijken zich er steeds meer bewust van te zijn dat gebouwen langere tijd blijven staan. Tijdens hun levensduur behoeven ze op enig moment activiteiten van restauratie en renovatie. Dat leidt aan de kant van de ontwerpers tot een reflectie op de vraag wat de essentie van de opgave is, op wat is gebouwd en wat de architectuur ervan vormt. Opdrachtgevers staan op hun beurt meer open voor nieuwe benaderingen en andere gezichten. In deze editie constateert de jury dat dit in het ene project net iets overtuigender is verlopen dan in het ander project.
De jury is onder de indruk van de verrassende oplossingen die deze projecten bieden en de boeiende ruimtes die in de gebouwen zijn gecreëerd. In de projecten vormt het interieur een onlosmakelijke laag van architectuur. Het is niet als make-up op de structuur aangebracht. In de projecten is gepoogd om structuur en ruimte zodanig op elkaar aan te sluiten, dat ze elkaar als het ware lijken te kussen. Tot slot is in de projecten op uiteenlopende wijze geprobeerd om duurzaamheid in de tijd zichtbaar te maken, het interieur te wapenen tegen de tand des tijds en het zodanig flexibel te maken dat het zich kan aanpassen aan nieuwe bestemmingen.
Bij de beoordeling van de projecten hanteert de jury vijf criteria. Naast de vraag of het interieur ruimtelijke kwaliteit kent in termen van verhoudingen, materialiteit, licht en akoestiek (ruimtelijkheid) en de vraag of het conceptueel sterk is en in staat is te verleiden (sensibiliteit), let de jury op de verweving van interieur en architectuur en de mate waarin een interieur zodra het zijn functie verliest, een andere bestemming kan krijgen (flexibiliteit). Als laatste vraagt de jury zich steeds af of een interieur effectief is.
In transformatieprojecten gaat architectuur de dialoog aan met het bestaande. Willen dergelijke transformatie opgaven slagen, dan zal de sturing vanuit het interieur versterkt moeten worden.
Motivatie van de jury:
Met het project Stadhuis Den Helder zijn Office Winhov en Van Hoogevest Architecten erin geslaagd de band van de stad met haar marine cultuur te vernieuwen en van beide historische werfgebouwen een goed functionerend en enerverend stadhuis te maken. Tegelijkertijd hebben zij met deze ingreep een lang verwaarloosd gebied opnieuw weten te verbinden met de stad.
Het stadhuis is op trefzekere wijze ondergebracht in twee gebouwen. De jury rept van een poëtisch interieur en is onder de indruk van de consequentheid waarmee de architectonische benadering in beide gebouwen is doorgevoerd. In de vroegere Mastenloods is van een van de vier parallelle beuken een publieke straat gemaakt waar de raadszaal, de trouwzaal, de balies, het werkcafé en het vergadercentrum aan liggen. De houten draagconstructie, met daarop de namen van de zeelieden, vormt een overtuigend beeld van het interieur. Voor de invulling met houten wanden deed de architect een geslaagd beroep op het kleine opzichtershuis in een van de hoeken van de hal. De voormalige Zeilmakerij is getransformeerd tot een zeer werkbaar stadskantoor. In het betonnen skelet ervan is een vide over drie verdiepingen gemaakt, die het hart van dit gebouw vormt. Alle werkplekken liggen aan de buitengevel. Door de benodigde techniek onder te brengen in de vloeren, zijn constructie en plafonds in het zicht gebleven en is het stoere karakter van het pand behouden. De betonnen buitengevel is opgefrist met stalen gevelpanelen en eigentijdse ramen.
Stadhuis Den Helder staat daarmee symbool voor een veelbelovende omgang met bestaande gebouwen. Binnen deze benadering is aangesloten op de identiteit van het gebouw en zijn op basis van architectonische en typologische overwegingen geslaagde ingrepen voorbereid. Dankzij deze ingrepen hebben de gebouwen nieuwe eigenschappen gekregen die aansluiten op de stad als geheel. Office Winhov spreekt van een analoge methode waarbij architectuur en interieur twee kanten van dezelfde medaille zijn en de historische continuïteit voorop staat.
Tot slot onderkent de jury dat in deze opgave het interieur enorm aan belang wint. In transformatieprojecten gaat architectuur de dialoog aan met het bestaande. Willen dergelijke opgaven slagen, dan zal de sturing vanuit het interieur versterkt moeten worden, zo is wel duidelijk. Het Stadhuis in Den Helder markeert het moment waarop het interieur weer een volwaardig onderdeel van de architectuur is.
Stadhuis Den Helder door Office Winhov is de overtuigende winnaar van H.I.P. 2024 en de bekroning van dit interieur vormt een waardige afsluiting van de Herengracht Industrie Prijs.
J.W. KALDENBACH