LocHal, tilburg
CIVIC ARCHITECTS / petra blaisse, inside outside / braaksma & roos / mecanoo
De Spoorzone van Tilburg was 150 jaar de werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen en de belangrijkste werkgever van de stad. Na een ingrijpende transformatie, voltooid in 2019, functioneert de voormalige locomotiefhal nu als een bibliotheek met creatieve werkplekken en diverse ontmoetingsplekken. Het team van Civic Architects, renovatiespecialisten Braaksma & Roos en Inside Outside heeft een geïntegreerd ruimtelijk concept gecreëerd dat binnen en buiten, het interieur en het stedelijk landschap met elkaar verbindt; in een later stadium zijn daarin losse interieurelementen geïntegreerd ontworpen door Mecanoo.
Tot 2011 was de Spoorzone ‘de verboden stad’ van Tilburg. Met LocHal is een eerste begin gemaakt de reactivering van dit centraal gelegen maar toch teruggetrokken gebied. De jury erkent onmiddellijk deze meerwaarde van het gebouw voor de stad Tilburg. De overtuigingskracht van het ontwerp is grotendeels te danken aan de bijzondere samenwerking van maar liefst vier partijen: het totaalconcept van Civic Architects, renovatiespecialisten Braaksma & Roos, de doeken van Inside Outside en het bibliotheekmeubilair van Mecanoo. Het eindontwerp is meer is dan een optelsom van de afzonderlijke geleverde expertise. Hier is sprake van een gesammtkunstwerk.
Van de oorspronkelijke industriële architectuur zijn alleen de buitenmuren en de ijzeren kolommen opvallend zichtbaar gebleven. Daarnaast zijn historische interieurelementen en details intact gelaten. Niet is opgepoetst of voorzien van opsmuk maar dit industriële erfgoed – van de rails in de vloer tot elektrische schakelkasten aan de muur – is onveranderd gebutst, verroest, defect of zelfs met verfspetters erop. Wat goed was, is behouden; wat overbodig was, is verwijderd. Door deze referenties naar het verleden wordt het gebouw onmiddellijk door de Tilburgenaren omarmd. Ook inwoners die geen historische of culturele band met de stad hebben, zien en voelen de logica van het gebouw. Het hoort hier.
Met een ingenieuze ingreep is de grote locomotiefhal voorzien van een functionele indeling. Vanaf de hoge ruimte entree aan de stadskant ontvouwt zich een trappenlandschap dat verdicht naarmate de bezoekers zich dieper in het gebouw begeven. Dit zorgt meteen voor een organische functie-indeling: voorin het gebouw drukte en ontmoeting, achter meer ruimte voor rust, verdieping en verstilling. De zes doeken van Inside Outside kunnen de ruimtes verder opdelen en geven het interieurontwerp flexibiliteit en een unieke identiteit. De doeken zelf zijn weer een subtiele verwijzing naar het verleden van Tilburg als textielstad, wat ook terugkomt in het decoratieve patroon op de doeken zelf.
Bovendien is de klassieke bibliotheek als een boekenhuis opgeschaald naar een eigentijdse plek voor ontmoeting, kennisuitwisseling en -ontwikkeling, werk en ontspanning en culturele verfijning. De Loc-hal heeft een bibliotheek, flexwerkplekken, een open programmeerbare ruimte (gebruik voor een meet-up van voetbalclub Willem II tot de eindexamenexpositie van lokale Fontys Academie) een galerie, een restaurant, kantoren en diverse ruimtes voor debat, reflectie of lezingen.
Hoewel de akoestiek indrukwekkend goed is voor zo’n groot gebouw, heeft de jury wel vragen bij de klimaatbeheersing in de immense LocHal. Is het er zomers niet snel te warm, en in de winter te koud?
#monumentaal #stoer #rauw #warmte #lokaal # gewaagd #mixed #zelfvertrouwen #geworteld
MOTIVATIE VAN DE JURY
Zelfs met een helder criterium – het interieur als verlengstuk van de stad – was het een enorme puzzel om tot een uiteindelijke winnaar te komen. De verschillen zijn immers groot. Na stevige discussies en lange stiltes is de jury niettemin tot een unaniem oordeel gekomen.
Het winnende interieur is een plek voor ontmoeting en inspiratie, om kennis op te doen én te delen – niet alleen voor de gebruikers die zich toevallig in dat interieur begeven maar voor de gehele stad. Ontmoetingen tussen bewoners onderling en ook bezoekers worden ermee gefaciliteerd en zelfs uitgelokt. Door een genereus gebaar waarin historie en heden soepel zijn verknoopt, biedt het aanknopingspunten voor verschillende generaties en culturele achtergronden. Het ontwerp is daarmee op een even vanzelfsprekende als vernuftige manier ingebed in een bestaand lokaal weefsel.
Deze bijzondere kwaliteiten zijn geheel schatplichtig aan het ontwerp. Dat laat zich door een brede doelgroep eenvoudig ‘lezen’ terwijl architectonische diepgang en verfijning ook voor de leek zichtbaar zijn. Er zijn heldere ontwerpkeuzes gemaakt en een groot gebaar. De architectonische beleving is daardoor zowel groots en meeslepend als vriendelijk en intiem. Met bijzondere details en rijke, verhalende ingrepen is een unieke totaalbeleving gecreëerd. Ook de materiële uitvoering is zowel in technisch als conceptueel opzicht zeer geslaagd. Met slechts enkele ingenieuze, ruimtelijke interventies kan de ruimte bovendien worden vergroot of juist verkleind, wat aanvullende mogelijkheden biedt voor toe-eigening door diverse gebruikers.
Tot slot zijn architect en opdrachtgever in een gedurfd ontwikkelproces samen opgetrokken, wat zeker vandaag de dag helaas geen vanzelfsprekendheid is. Maar de meerwaarde daarvan wordt door dit interieur nog maar eens fijntjes benadrukt. Bovendien is een ongebruikt potentieel in de stad teruggegeven aan haar inwoners. De terechte winnaar van de HIP 2021 is daarom: de Loc Hal in Tilburg.
“Met de realisatie van de LocHal is een ongebruikt potentieel in de stad teruggegeven aan haar inwoners.”
FOKKE MOEREL, JURYVOORZITTER H.I.P. 2021
Foto © Jan Willem Kaldenbach
Thema 2021:
Het interieur als verlengde van de stad
Een leidraad bij de selectie uit de 145 inzendingen en ook de keuze voor de uiteindelijke winnaar was: Het interieur als verlengde van de stad. Natuurlijk speelt het afgelopen covid-jaar daarin een belangrijke rol. Dat was immers een jaar vol lockdowns en avondklokken. Een jaar waarin onze woonhuizen veranderden in school en kantoor. Het balkon werd een park en de tuin een fitnessruimte. Waar nog ontmoeten wij elkaar? Maar ‘Het interieur als verlengstuk van de stad’ was al urgent als thema voor covid. Steeds meer trekken wij ons terug achter beeldschermen, soms ook daar zelfs in veilige bubbels. Onze werkelijke identiteit maakt plaats voor online-identiteiten en avatars. Tegelijkertijd wordt de samenleving steeds divers en is meerstemmigheid inmiddels geen opgave meer maar een gegeven. Een fysieke plek die ontmoeting en gesprek uitlokt is daarom waardevoller dan ooit. Daarom lag de focus voor de jury op het interieur als aanjager van interactie en als sociaal bindmiddel. Een plek voor ontmoeting en inspiratie, om kennis op te doen én te delen – niet alleen de gebruikers die zich toevallig in dat interieur begeven maar voor de gehele stad. Waarbij ook meeweegt in hoeverre een interieur het toe laat om te worden toegeëigend door de gebruiker. Het interieur als stadsplein, park, school of stoep. Het interieur als stad.
Fotografie: ©Inside Outside; ©Peter Tijhuis; ©Frans Parthesius
DOWNLOAD DE PDF
Bekijk de inzending (opent in nieuw venster) →