WINNAAR 2018
ONTVANGSTPAVILJOEN STEENFABRIEK VOGELENSANGH
ARCHITECT:
BEDAUX DE BROUWER ARCHITECTEN
Let op, om de fotogalerijen goed te kunnen weergeven dient Javascript in de browser te zijn ingeschakeld.
Project: Ontvangstpaviljoen Steenfabriek Vogelensangh
Architect: Bedaux de Bouwer Architecten
Bedaux de Brouwer Architecten werd door Vogelensangh, een steenfabriek met een rijke historie en de enige resterende waar baksteen in traditioneel kolengestookte ovens wordt gebakken, gevraagd een eigentijds paviljoen te ontwerpen. Dit resulteerde in een ontwerp waarin zowel het exterieur als interieur, de tijdloze, ambachtelijke schoonheid van de handvormsteen tot zijn recht laat komen.
Het paviljoen doet dienst als ontvangst- en kantoorruimte, als aanvulling op de sinds 1919 naastgelegen en nog steeds functionerende fabriek. Op locatie startte het ontwerpproces en ontstonden de eerste schetsen; in het ontwerp is de functionaliteit en eenvoud in de productie van de steen terug te vinden. Het paviljoen kenmerkt zich als langgerekt volume, voorzien van een gesloten gemetselde entreezijde geplaatst op een boven het maaiveld verheven sokkel. De door de opdrachtgever op locatie geproduceerde baksteen is bewust in een eenvoudig wildverband verwerkt, refererend aan de rationele stapeling van de steen tijdens het productieproces. Na binnenkomst openbaart het gebouw zich door middel van een over de breedte toegepaste glazen gevel richting de omgeving, waar een helder panorama op de monumentale fabriek, het bedrijvige voorterrein en het rurale landschap een indrukwekkend zicht biedt. Het interieur kenmerkt zich door gewelfde metselwerk plafonds, geïnspireerd op de nog functionerende traditionele ringoven. Evenals de ringoven bestaat het paviljoen uit een rationele sequentie van ruimtes met een geheel eigen functie. Utilitaire ruimtes zijn aan de gesloten zijde geplaatst, verblijfsruimtes gesitueerd aan de zichtzijde. In het geheel een met de locatie verbonden paviljoen, niet alleen ontworpen vóór, maar ook gematerialiseerd mét en geïnspireerd dóór de opdrachtgever.
Juryrapport Herengracht Industrie Prijs 2018
Gesamt! Gesamt!
Het aantal inzendingen voor de Herengracht Industrie Prijs 2018 was met 239 projecten niet alleen ongekend hoog, ook de kwaliteit was erg goed. Het is duidelijk dat er weer gebouwd en ontwikkeld wordt, en dat binnen verblijfskwaliteit en innovatieve concepten weer ruimte is voor hoogwaardige materialen. ‘Crisis-esthetiek’ zoals low-budget materialen, blootliggend beton en low-tech constructies, maakt plaats voor nieuwe verlichtingssystemen, duurdere bouwmaterialen, verder doorgevoerde duurzaamheid en circulariteit, en integratie van bestaande meubelmerken met design op maat. Ook bouwtechnisch zag de jury meer gecompliceerdere ingrepen. Mogelijk zien we deze ontwikkeling eerder in interieur dan in bouwprojecten, vanwege de snellere ontwikkeltijd en relatief lagere bouwbudgetten, maar de crisis lijkt echt wel voorbij.
De jury, bestaande uit Patrick Koschuch (voorzitter), Erik Kessels, Tanja Soeter, Saskia Simon en Indira van ’t Klooster, bestrijkt gezamenlijk het bredere veld dat de gevraagde focus op Gesamtkunstwerk en loyaliteit aan kwaliteit vereist. Verheugd over de hoge kwaliteit en variatie heeft de jury vooral gelet op: de conceptuele helderheid (waarin een zekere radicaliteit werd gewaardeerd), het spanningsveld tussen architectuur en interieur (en de uiting daarvan in integraal vakmanschap) en de mate waarin verschillende disciplines samen tot een spannend eindresultaat zijn gekomen (Gesamtkunstwerk).
Nominaties
Op basis van deze drie criteria heeft de jury vijf projecten genomineerd:
Aula Begraafplaats Zoom- en Zegestede
Deze herontwikkeling van een wat grauwe aula uit de jaren 1970 benut de oorspronkelijke structuur optimaal en maakt tegelijkertijd (mentaal) ruimte voor rouwbeleving door terughoudende materiaalkeuze en subtiel gebruik van licht.
Blaak House
Deze ingrijpende renovatie van een Rijksmonument getuigt in alle opzichten van vakmanschap. De toepassing van rijke materialen en nieuw ontworpen ornamenten leidt tot eigentijdse grandeur.
Matryoshka
Een beperkt aantal slimme en radicale bouwkundige ingrepen maken van een gewoon rijtjeshuis twee spannende appartementen van hoge ruimtelijke kwaliteit.
Museum Voorlinden
Prachtig voorbeeld van verregaande integratie van ontwerpdisciplines zoals architectuur, landschapsontwerp en kunst, niet alleen in de ruimtelijke organisatie van het landgoed, maar ook in het museum zelf.
Ontvangstpaviljoen Steenfabriek Vogelensangh
De ambachtelijke en esthetische dominantie van één materiaal (baksteen) resulteert in een fijnzinnig gedetailleerd totaalkunstwerk in klassieke zin met hoge verblijfskwaliteit.
Jurybezoek
De jury bezocht de vijf genomineerde projecten gezamenlijk. Per project was er circa een half uur beschikbaar. Bij alle projecten was een delegatie aanwezig, meestal van zowel architect als opdrachtgever. Bij Museum Voorlinden en Blaak House was alleen de architect aanwezig.
Bevindingen van de jury
Aula begraafplaats Zoom- en Zegestede – Pole Productions – Roosendaal
Tot deze ingreep was het gebouwtje, dat met name in esthetisch opzicht zeer verouderd was, nauwelijks in gebruik. De ingrepen hebben vooral betrekking op het interieur. Op drie momenten speelt symboliek een belangrijke rol: bij binnenkomst door de glazen deur in een glaswand loopt de bezoeker langs een stemmige zwarte wand. In de ontvangsthal benadrukt een wand met marmermotief het schemergebied tussen iets en niets. In de uitvaartruimte verbeeldt een glazen wand met een kunstwerk in zeefdruk de overgang naar een andere dimensie, waarbij de zeefdruk dusdanig is aangebracht dat de rouwenden wel naar buiten kunnen kijken, maar zicht van buiten naar binnen wordt geblokkeerd. De jury waardeert de ingetogenheid en de bereikte resultaten met beperkt budget. De aangebrachte zeefdruk is een slimme, respectvolle en esthetische vondst. Bovendien zijn de aanwezige kwaliteiten van het bestaande gebouw (maatvoering, materialen, lichtinval) met het nieuwe ontwerp optimaal in stelling gebracht.
Matryoska House – Shift Architecture Urbanism & Makina – Rotterdam
Deze pijpenla over twee verdiepingen grenst aan de achtertuin van de eigenaar/opdrachtgever tot verbouw. Dat verklaart ten dele de zorg die is besteed aan de glazen achtergevel van dit woonpand. Even was zelfs sprake van een ingenieus gedeeld tuinhuis met een bijna zwevend dak. Voor het hele project geldt dat de ambitie hoog was en de samenwerking tussen architect en opdrachtgever intensief. Om maximaal licht in de smalle, langwerpige woning te brengen, is enigszins aan woonoppervlak ingeboet, maar de sprankelende vides bieden een bijzondere, ruimtelijke ervaring. De architecten spreken van een fetisjistische detaillering, maar ook de constructieve ingrepen en de doorwrochte uitwerking van de consequenties daarvan (natuurlijke ventilatie in een inpandige slaapkamer bijvoorbeeld) dwingen bewondering af. De jury beschouwt het ontwerp als een interessante en repliceerbare oplossing voor de vele pijpenlades die de grote steden in Nederland rijk zijn. Ook de ambitie van de opdrachtgever, die koos voor jonge architecten, duurzame materialen en niet voor de hand liggende constructieve oplossingen, wordt zeer gewaardeerd.
Blaak House – V8 Architects – Rotterdam
House Blaak bevindt zich in een bankgebouw uit de jaren 50 naar ontwerp van de architect Kees Elffers, dat inmiddels aan zijn derde make-over toe was. De architecten kregen de rijke geschiedenis van het gebouw met zijn historische details (ramen, deuren, trappen, lampen, de kluis) cadeau, maar het was door de jaren heen ook een beetje verrommeld. V8 Architects zag mogelijkheden in het optoppen en uitbouwen van de bovenste verdiepingen, waarmee niet alleen extra verhuurbare ruimte tot stand kwam, maar ook meer licht het nieuwe atrium in kon stromen. Het atrium was bovendien in akoestisch opzicht een uitdaging, hetgeen werd opgelost met textiel dat aansluit bij de rijke, originele elementen. Het is dan ook de terughoudende, maar effectieve wijze waarop de architecten deze opgave hebben aangepakt, die de waardering van de jury heeft.
Museum Voorlinden – Kraaijvanger Architects – Wassenaar
Superlatieven schieten te kort, waar geld in overvloed aanwezig was: de prachtige tuin van Piet Oudolf in een sowieso schitterende, natuurlijke setting; de constructieve spitsvondigheden om aan de specifieke eisen van de uiteenlopende kunstwerken te voldoen; en de kunstwerken zelf die vorm en en functie van het geheel bepaalden – dat alles tezamen geven overtuigend gestalte aan het begrip ‘Gesamtkunstwerk’. Dit is zo’n project, waarop het ietwat onsympathieke label ‘on-Nederlands’ van toepassing is. De bijzondere collectie zelf; de zoektocht naar het allerbeste dat op dit moment mogelijk is (in ventilatie, in belichting, in beveiliging) zonder dat geld een rol speelt; en de onvermoeibare zoektocht naar het best passende, landschappelijke decor. Alles klopt in dit geheel, dat stelt de jury in professionele bewondering vast.
Ontvangstpaviljoen Steenfabriek Vogelensangh – Bedaux de Brouwer Architecten – Deest
Al sinds 1919 bakt dit familiebedrijf bakstenen in een inmiddels monumentale ringoven. De tijdloze ambachtelijkheid van de stenen stond sinds de oprichting centraal en het kantoor was gehuisvest in een bescheiden keet. De jongste generatie directeuren besloot dat het tijd werd hier iets aan te doen en gunde de opdracht voor een ontvangstgebouw met kantoorfunctie aan een ander familiebedrijf in de regio: Bedaux de Brouwer. Het resultaat is een fraai, fijn en beheerst gebouwtje van twee architecten uit de jongste generatie Bedaux, waarin de uitvoering zowel een staalkaart is van constructieve mogelijkheden als van productvernieuwing: een deel is gemetseld in zowel dubbeldik als superdun verband, bij de ramen dienen extra langwerpige bakstenen als zonwering die speciaal voor dit gebouw zijn ontwikkeld. Tegelijkertijd eist het nauwelijks aandacht op: de ware ster en kern van het bedrijf blijft die woest-levendige fabriek erachter.
Jury-oordeel
De vijf genomineerden beschouwend, komt de jury tot de volgende thema’s die alle projecten verbinden. Overal van hoge kwaliteit, maar in vergelijking tot elkaar ziet de jury toch verschillen:
– Materialiteit: staal, steen, marmer, glas, hout, textiel – het getoonde vakmanschap en de rijkdom in de toepassingen is hoog. Sommige zijn gegeven (transformatie), andere bewust toegepast. Sommige vertellen een gepassioneerd verhaal, andere lijken iets minder weloverwogen toegepast. Vooral Vogelensangh, Matryoska House en Museum Voorlinden springen er positief uit;
– Liefde: betrokkenheid, aandacht, passie, experiment, lef, identiteit – bij sommige projecten spat het er af, andere blijken in vergelijking ietwat verweesd. Veel waardering had de jury voor Matryoska House, Vogelensangh en Blaak House;
– Gelaagdheid: conceptuele diepgang, onverwachte ontwikkelingen, spannende ontknopingen, de kunst van het weglaten – het verstrijken van tijd, de relatie interieur-exterieur, routing – is in sommige gebouwen verder ontwikkeld dan in andere. Met name Museum Voorlinden en Vogelensangh zijn voorbeeldig.
Winnaar
De jury heeft unaniem gekozen voor het ontwerp, waar naar zijn mening, de liefde, het ambacht en de gelaagdheid van af spat, mede door de gedeelde passie en het onderlinge vertrouwen tussen de architecten en opdrachtgevers. Het project waarin vakmanschap, traditie en (materiaal)innovatie hebben geleid tot een uniek resultaat. Het gebouw waarin de relatie binnen-buiten, heden-verleden, behoud-vernieuwing met zichtbaar plezier en lef zijn doordacht. De Herengracht Industrie Prijs 2018 gaat naar:
Ontvangstpaviljoen Steenfabriek Vogelensangh
De Herengracht Industrie Prijs 2018 wordt georganiseerd door: Abet Laminati, B&G, D-Line, FritsJurgens, Gessi, Gira, Kvadrat, Lensvelt, Modular, Mosa, Not Only White, QbiQ, Senso, Tarkett en Tuttobene.
Voor meer informatie:
www.herengrachtindustrieprijs.nl
GENOMINEERD 2018
MUSEUM VOORLINDEN
ARCHITECT:
KRAAIJVANGER ARCHITECTS
Project: Museum Voorlinden, Wassenaar
Architect: Kraaijvanger Architects
Museum Voorlinden is een totaalbeleving. De aankomst in het park, het zicht over de weilanden; de bijzondere sfeer van het vroeg 20e eeuwse patriciershuis; de wandeling langs en op de duinrand; de vele perspectieven over het landgoed. Het museum voegt hieraan een bijzondere confrontatie met een unieke verzameling eigentijdse kunst toe. Steeds wisselend, maar ook met vaste hoogtepunten zoals het werk ‘open ended’ van Richard Serra, werken van Yayoi Kusama, Anish Kapoor, Sam Taylor Wood en James Turrell.
Voorlinden is in zijn huidige vorm is ontstaan in 1912, naar een ontwerp van de Engelse architect R. Johnston voor Jhr. H. Loudon voor het huis, de verhoogde tuin en de bijgebouwen. Tuinarchitect L. Springer paste het eerdere landschapsontwerp van de Zochers aan met grote open ruimten en een uitbreiding van de waterpartij. Het tentoonstellingsgebouw ligt in het noordwesten van het terrein. Ruimtelijk gezien blijft de nieuwbouw ondergeschikt aan het landhuis. Vanaf de Buurtweg gezien tekent het eenlaags gebouw zich af tegen de duinrand.
De hoofdopzet van het ontwerp kenmerkt zich door een reeks wanden parallel aan de duinrand en de strandwallen. Door zijn structuur opent het gebouw zich naar de omgeving. In beide richtingen kent het gebouw een driedeling. Na de ruime ontvangsthal begint de route door de zalen. Aan de zuidoostkant bevindt een reeks kleinere kabinetten, de foyer van het auditorium en de glazen zaal; hier geen kunst maar een ruim uitzicht over het landschap.
Perfect gedetailleerd
Los van zijn autonome waarde is het museum primair dienend aan de kunst door een sober, modern, perfect gedetailleerd ontwerp, waarin visuele ruis zoveel mogelijk is onderdrukt. Het gebouw doet van buiten geen poging te imponeren; binnen verrast het telkens opnieuw. De unieke verzameling en de bijzondere locatie komen in het ontwerp samen. De museale ruimten zijn afwisselend van grootte, maar kennen dezelfde wandafstand van 8 meter, behoudens één grote zaal van 16 x14 meter. In deze reeks kan de conservator de gewenste museale lijn aanbrengen.
Levend licht
De toepassing van daglicht bepaalt in belangrijke mate het karakter van de zalen. Anders dan het bekende noorderlicht wordt door het bijzondere lichtdak indirect zonlicht toegelaten, dat door de dag heen verandert van nuance en kleur: ‘levend licht’. Dit dak laat bijna 20% van het opvallende licht door, maar dit lichtniveau is te reduceren. Dimbare, daglichtgeregelde LED-verlichting is boven de glaskap aangebracht, en wordt via het lichtdak verstrooid toegelaten. Ter hoogte van de Serra zaal is de dakconstructie iets verhoogd. Door een omloop is dit werk ook van bovenaf te zien.
Het museum revitaliseert de buitenplaats Voorlinden en maakt deze toegankelijk voor een breed publiek.
Innovaties en eye-openers
Het project wordt gekenmerkt door een reeks van innovaties en eye-openers die vooraf door met name de opdrachtgever niet waren voorzien. Zo wist de architect met een reis naar musea in Noord Amerika de opdrachtgever ervan te overtuigen te kiezen voor daglicht. Dit werd na zeer intensieve research, in collegiale samenwerking van de architect met Arup in vele testmodellen uitgewerkt tot het inmiddels beroemde lichtdak, dat niet noorderlicht, maar vooral gereflecteerd zuiderlicht toelaat. Hierin is voor het eerst LED licht opgenomen dat het daglicht op donkere momenten geleidelijk kan overnemen. Dit is weer geïntegreerd met een optimaal werken klimaatsysteem (verdringing) dat heel efficiënt en duurzaam is. De architect wist elk onderdeel tot zijn essentie terug te brengen in een consequent gehanteerd maatsysteem van 200 mm. In de oostgevel konden constructeur en architect uiteindelijk zichtbare kolommen als dragers van het dak te vermijden, nadat de opdrachtgever het toepassen van kolommen had geweigerd; het model van slanke dragende gevelstijlen onderging speciale testen op de TU Delft! Het streven van de architect alle elektronische onderdelen weg te werken viel in vruchtbare aarde bij de opdrachtgever. Een inmiddels legendarisch voorbeeld is het ‘nood-aantje’: een UIT-bord dat onzichtbaar in het stucwerk is opgenomen en pas bij noodsituaties zichtbaar wordt. Ook zijn opzichtige camera’s vermeden en lopen beveiligingsmaatregelen geheel niet in het oog.
Het project heeft een schat aan kennis opgeleverd voor alle betrokken partijen. Technisch gesproken is het meest geavanceerde lichtdak gemaakt dat er op dit moment, wereldwijd, bestaat.
GENOMINEERD 2018
AULA BEGRAAFPLAATS ZOOM- EN ZEGESTEDE
ARCHITECT:
POLE PRODUCTIONS
Project: Aula begraafplaats Zoom- en Zegestede, Roosendaal
Architect: Pople Productions
Afscheidslocatie “De vier jaargetijden”
opdrachtgever: Stichting crematoria & begraafplaats Zoom- en Zegestede
architect: pole-productions / Ingrid Annokkee
De opdrachtgever stelde de vraag anders te kijken naar het afscheid nemen van een overledene, en het interieur van een in de jaren ‘70 gebouwde aula hier op af te stemmen. Een analyse resulteerde in een grondige verbouwing, renovatie en uitbouw, waarbij de achterdeur en de achtergevel het belangrijkste element werden binnen het concept “van iets naar niets”.
Bezoekers worden door de architectuur begeleid in het proces van afscheid nemen van een dierbare.
GENOMINEERD 2018
MATRYOSHKA HOUSE
ARCHITECT:
SHIFT ARCHITECTURE URBANISM & MAKINA
Project: Matryoshka House, Rotterdam
Architect: Shift Architecture Urbanism & Makina
Matryoshka House realiseert twee high end appartementen in een vooroorlogs pand in de Rotterdamse binnenstad door deze radicaal te openen. De vorige eigenaar verhuurde het gehele pand als een illegaal werkhotel en liet het in een erbarmelijke staat achter. Geïrriteerd door de overlast en het verval van de woning besloot een buurtbewoner het pand op te kopen en gaf Shift architecture urbanism de opdracht voor een extreme ‘makeover’.
Het ontwerp vormt een sterke dialoog tussen het bestaande vooroorlogse pand en de nieuwe hedendaagse inrichting. Het huis is van binnen selectief gestript en de achtergevel is in zijn totaliteit vervangen. Delen van de vloeren zijn verwijderd om dubbelhoge woonruimtes te creëren. De private vertrekken zijn als het ware opgehangen in de grote woonruimtes, waardoor het matryoshka effect van ‘een huis in een huis’ wordt bereikt.
De historische gevel aan de straatzijde is in zijn oude glorie hersteld. De achtergevel is volledig vervangen door een glazen gevel die is ingeklemd in een gegalvaniseerd stalen portaalconstructie, die de stabiliteit van het gehele pand verzorgd. Een grote schuipui en drie verdiepingshoge openslaande deuren creëren een maximale transparantie en maken het mogelijk de woonruimte compleet te openen richting het binnenhof.
Centraal in elk appartement bevindt zich een met gegalvaniseerd metaal bekleed volume waarin trappen, toiletten, opslag en keukenapparatuur zijn opgenomen. Een zwevend keukeneiland, volledig bekleed met witte tegels vormt het hart van elke woning.
Het interieur van de woningen vormt een dialoog tussen oud en nieuw, hedendaags en traditioneel, gepolijst en ruw, afgewerkt en onafgewerkt. Waar mogelijk zijn originele details van de woning bewaard of teruggebracht. De bakstenen wanden en de houten dakconstructie zijn in het zicht gelaten, glas in lood ramen zijn hersteld en teruggeplaatst in het interieur van de woning. Warme materialen en kleuren compenseren met meer industriële materialen als het reflectieve metaal, ruwe beton en zwarte staal.
GENOMINEERD 2018
BLAAK HOUSE
ARCHITECT:
V8 ARCHITECTS
Project: Blaak House, Rotterdam
Architect: V8 Architects
Blaak 34 in Rotterdam is van origine het gebouw van de Nederlandsche Handelsmaatschappij. Het is in 1950 als klassieke interpretatie van de wederopbouw, als tegenhanger van de modernistische trend gerealiseerd naar een ontwerp van architect Kees Elffers. Het gebouw, sinds 2010 een Rijksmonument en ooit op de lijst voor sloop, verdient het om de inmiddels verborgen grandeur weer in zijn volle glorie te laten zien.
Het gebouw wordt gekenmerkt door een bijzondere bakstenen gevel met statig portaal en een prachtige natuurstenen entree. Door eerdere bouwkundige ingrepen heeft het veel aan kwaliteit ingeboet. Het ontwerp van V8 architects maakt het gebouw weer één van de voornaamste kantoorgebouwen in Rotterdam; chique, actueel en flexibel.
Opdrachtgever Real I.S. brengt met deze herontwikkeling de oude grandeur terug en voegt tegelijkertijd flexibiliteit en diversiteit toe. Het gebouw uit de wederopbouwperiode wordt geschikt gemaakt voor verschillende soorten gebruikers met variërende indelingen.
De gevel en de monumentale ruimten blijven intact. De begane grond met haar uitgesproken materialisering en detaillering wordt door het gedeeltelijk verwijderen van de eerste verdieping verbonden met het prachtige atrium, dat zo als kloppend hart van het gebouw zal functioneren.
De meest in het oog springende kwaliteit is het volledig vernieuwde en compleet met textiel beklede atrium. Speciaal gemaakte verlichting en toevoeging van veel glas zorgen voor een spectaculaire beleving.
Met deze ingrepen komt de monumentale kwaliteit van het gebouw weer volledig tot uitdrukking. Met ingang van 2018 staat aan de toonaangevende Blaak opnieuw een gebouw staan dat van buiten maar ook van binnen weer iconische kwaliteiten heeft. Een combinatie van originele pracht, tactiele elegantie en moderne techniek waarmee het het meest chique en voornaamste kantoorgebouw van Rotterdam wordt.
FOTO’S PRIJSUITREIKING 2018
AMSTERDAM
14 juni 2018