Onderstaand artikel verscheen eerder in Pi – project & interieur (Rutger van Oldenbeek, juni 2020). Het artikel raakt treffend het H.I.P. jaarthema ‘Het interieur als verlengde van de stad’.
Stadhuis Hengelo – nieuw huis voor de Hengeloërs
Het monumentale stadhuis van Hengelo werd volledig gerestaureerd en uitgebreid met een nieuw stadskantoor. Met het ensemble is het centrum weer het kloppend hart van de stad, en kregen de Hengeloërs een uitnodigend en laagdrempelig gebouw waar ze graag zullen komen.
Het nieuwbouwdeel is ontworpen door EGM architecten, dat ook overall verantwoordelijke was binnen de ontwikkeling van het stadhuis. Verantwoordelijk voor de restauratie en transformatie van het rijksmonument was HVE Architecten in samenwerking met BERNS architectuur. EGM interieur maakte het interieurontwerp voor zowel de nieuw- als de oudbouw.
Palazzo
Het in 1963 opgeleverde stadhuis van Hengelo is ontworpen door architect Johannes Fake Berghoef, die in het zwaar gebombardeerde centrum een ‘volkspaleis’ bouwde waar bestuur en burgers van de stad elkaar konden ontmoeten. “In de naoorlogse architectuur had je enerzijds architecten als Maaskant en Bakema die veel gebruik maakten van beton en moderne technieken”, vertelt Gerrit van Es van HVE Architecten. “Anderzijds had je de architecten van de Delftse School, die vanuit de traditie ontwierpen en veel werkten met baksteen en hout, zoals Kropholler en ook Berghoef. Maar de laatste combineerde de traditionele architectuur met de technieken van de modernisten, ook in het stadhuis van Hengelo. Zo combineerde hij in het interieur beton met natuursteen en ambachtelijk hout- en metselwerk.” Berghoef liet zich inspireren door Italiaanse palazzi en Toscaanse torens: zo lijkt de iconische toren van het stadhuis sterk op die van het Palazzo Vecchio in Florence en de Torre del Mangia in Siena. Ook binnen doet het gebouw denken aan een palazzo, met onder meer een grote centrale hal met galerijen en kolommen. Van Es: “De meeste kolommen zijn rond, maar op een paar plekken maakte Berghoef achthoekige kolommen – een subtiele verwijzing naar de acht wijken die Hengelo destijds telde.” De achthoek komt ook terug in de poten van de meubelen van Italiaans notenhout die Berghoef voor het stadhuis ontwierp; een groot deel hiervan is teruggevonden en gerestaureerd.
Mozaïek
Het stadhuis werd volledig gerestaureerd, waarbij zoveel mogelijk is teruggegaan naar het origineel en alle overbodige toevoegingen uit de loop der jaren werden verwijderd, “inclusief waanzinnig veel asbest”, weet van Es. Probleem daarbij was dat er alleen zwart-wit foto’s van het oorspronkelijke interieur waren. Als leidraad zijn onder meer de kleuren gebruikt uit een mozaïekwand in de Burgerzaal. Het blauw uit het mozaïek is bijvoorbeeld gebruikt voor de kolommen in de centrale hal. Alle originele armaturen – zoals de kristallen luchters in de Burgerzaal en de lampen met glazen bollen in de centrale hal – werden ‘geretrofit’ met leds. Veel ruimtes in het stadhuis zien er nu weer net uit als bij de oplevering in 1963. “Iemand vroeg me wat er eigenlijk gebeurd is”, zegt Van Es, “maar vrijwel alles is gedemonteerd geweest en weer opnieuw opgebouwd.”
De centrale hal – de ‘stadshal’ – heeft zijn oude functie als levendig centraal middelpunt terug en wordt nog meer een plek voor evenementen en bijeenkomsten, zoals Berghoef het ook bedoeld had. Op de begane grond zijn ruimtes voor de raadsfracties, het dubbelhoge raadscafé en het bedrijfsrestaurant. Op de eerste verdieping liggen rondom de grote hal vergader- en werkplekken, die via grote raampartijen uitzicht hebben op en over de stad. Op de tweede verdieping zijn de Trouwzaal, de Raadzaal en de Burgerzaal. Op de derde en vierde verdieping zijn kantoorruimtes; op de bovenste verdieping, vroeger een gang met kamertjes, is een glazen lichtstraat teruggebracht, waardoor ruimtelijke kantoren met veel daglicht zijn ontstaan.
Hengelose wijken
In het monument is een nieuw trappenhuis gemaakt, dat onder meer de fietsenstalling in de kelder, het restaurant en de stadshal met elkaar verbindt. Op de eerste verdieping sluit dat trappenhuis aan op een nieuwe, tien meter brede passerelle, die het stadhuis verbindt met het nieuwe stadskantoor. “De passerelle is zo vormgegeven dat je ook voelt dat je van het ene naar het andere gebouw gaat”, vertelt architect John Mol van EGM. “We hebben de overgang met veel respect voor het stadhuis ontworpen. Zo zijn er voor de deuren glazen poorten gemaakt die de oudbouw markeren en duidelijk maken dat het twee gescheiden delen zijn.”
Een royale trap voert van de passerelle naar de begane grond van het stadskantoor, waar je direct zicht hebt op de volle hoogte van het nieuwe gebouw, een ‘wow-effect’. Het stadskantoor telt zeven splitlevel verdiepingen rondom een ruime vide, die dankzij de glazen dakconstructie volop daglicht krijgen. Op de begane grond – het publieksplein – is ook de nieuwe hoofdentree van het stadhuis. Midden in de ruimte is een groot ‘eiland’ – een baliemeubel waar je omheen kunt lopen en waarin allerlei soorten interactie plaatsvinden – van het afgeven van een document tot een gesprek met een medewerker. Het baliemeubel bestaat uit verschillende balies, die zo zijn gemaakt dat de privacy zoveel mogelijk is gewaarborgd: zo verspringen ze van elkaar en worden ze gescheiden door akoestische panelen. Deze zijn afgewerkt met PET-vilt waaruit als ornament de contouren van twaalf geselecteerde Hengelose wijken zijn gestanst – een knipoog naar de achthoek in de pilaren en meubelen van Berghoef. Voor gevoelige gesprekken die nog meer privacy behoeven, zijn er afgesloten ruimtes.
Trots op techniek
Voor het interieurconcept ontwikkelde EGM interieur in samenwerking met de gemeente een aantal ‘pijlers’. “Een daarvan is ‘Trots op techniek’”, vertelt interieurarchitect Jeroen de Bruijn. “Hengelo is de stad van toonaangevende technische bedrijven als Stork en Hazemeijer. Dit komt onder meer terug in het vaste meubilair en de houten maatwerkmeubelen, waarvan we de verbindingen tussen de delen – de techniek – juist extra zichtbaar hebben gemaakt.” Zo zijn er meubelen waarvan de delen aan elkaar zijn bevestigd met een houtverbinding in de vorm van de letter H van Hengelo, gemaakt met een CNC-freesmachine. Daarnaast zijn schroeven van messing gebruikt, “een mooi materiaal met een gouden gloed dat tegelijkertijd ook heel technisch is”, zegt De Bruijn.
Een tweede pijler van het interieurconcept is ‘Reis van de stad naar de natuur’: “Hengelo ligt in een prachtige omgeving, en ook dat laten we in het interieur zien”, stelt De Bruijn. “Beneden zijn veel grijstinten toegepast, een verwijzing naar de staaltechniek en de bruisende stad. Naarmate je hoger komt sijpelt er steeds meer groen door, wat symbool staat voor de reis naar de natuur. Op de verdiepingen zie je bijvoorbeeld steeds meer groen in de tapijttegels, als mos dat tussen de stoeptegels doorgroeit.”
Uitzicht
Er wordt flexibel gewerkt – door middel van een geavanceerd systeem voor werkplekbezetting kun je op elke verdieping op beeldschermen zien waar nog een plekje vrij is. Er zijn circa 700 werkplekken, in verschillende soorten – van aanland- en overlegplekken tot gesloten coupés en volledig met computer en beeldscherm ingerichte werktafels. De laatste zijn steeds aan de raamzijde, waar je in alle rust en privacy kunt werken. Op de hoek van het gebouw zijn grote pantry’s die ook kunnen worden gebruikt voor werken met je laptop en informeel overleg – net als het restaurant op de begane grond trouwens. De werkvloeren zijn geheel open, wel zijn er gesloten vergaderkamers en concentratiewerkplekken. De splitlevel-constructie voorkomt dat er enorme vloeren zijn ontstaan en stimuleert samenwerking – omdat je overal uitzicht op meerdere verdiepingen hebt.
Ook op de werkvloeren is het PET-vilt met de contouren van Hengelose wijken toegepast. Voor een goede akoestiek zorgen daarnaast de plafonds van met vilt afgewerkte elementen – HeartFelt van Hunter Douglas, uitgevoerd in verschillende grijstinten. De Bruijn: “De plafonds doen bij eerste blik denken aan vergrijsd teakhout en passen mooi bij de houten balustrades rond de vide. Het stadskantoor is het eerste project waar HeartFelt op deze schaal is toegepast.”
EGM interieur ontwierp ook de mooie, ingetogen bewegwijzering. “Hengelo is een dynamische gemeente met bevlogen medewerkers, en die geven al veel kleur aan het gebouw”, stelt De Bruijn. “Daarom hebben we het ontwerp fris en neutraal gehouden.”
Populierentriplex
Duurzaamheid is een belangrijke ambitie van de gemeente Hengelo en heeft al vanaf de eerste plannen voor het nieuwe stadhuis een belangrijke rol gespeeld in alle ontwerp- en materiaalkeuzes. Zo zijn er zonnepanelen geplaatst, is in de nieuwbouw driedubbel glas gebruikt en is alle verlichting led. In het interieur zijn veel materialen hergebruikt: er is bijvoorbeeld 400 m² aan gelamineerd plaatmateriaal uit de oorspronkelijke huisvesting gebruikt voor nieuwe kasten en flexibele tussenwanden. Voor andere maatwerkmeubelen zijn cradle-to-cradle materialen gebruikt, zoals FSC-gecertificeerd inlands eiken en Nederlands populierentriplex. De Bruijn: “Populierenhout groeit snel en is in Nederland gemakkelijk verkrijgbaar, en een uitstekend alternatief voor tropisch hardhout.” Door de speciale ‘Hengelose’ houtverbindingen kunnen de meubelen bovendien gemakkelijk worden ge(de)monteerd. Naast de gerestaureerde meubelen van Berghoef zijn er veel circulaire meubelen van Gispen, veelal met een nieuwe stoffering. Het tapijt kan worden gerecycled naar nieuw tapijt. Dankzij het toekomstbestendige ontwerp kan de nieuwbouw worden getransformeerd in bijvoorbeeld een zelfstandig kantoor of appartementencomplex. Het bestaande stadhuis is natuurlijk in zijn geheel hergebruikt – duurzaamheid bij uitstek.
Impuls
Met het nieuwe stadhuis heeft Hengelo een prachtige plek waar burgers, bestuurders en ambtenaren elkaar kunnen ontmoeten, en krijgt de binnenstad bovendien een belangrijke impuls: niet alleen keren de circa 700 werknemers terug die tot voor kort aan de rand van de stad werkten, het stadhuis zal naar verwachting jaarlijks ook zo’n 100.000 bezoekers trekken. Bijzonder aan het ensemble is dat de twee gebouwen heel verschillend zijn, maar op een vanzelfsprekende wijze in elkaar over lopen en programmatisch één optimaal functionerend geheel vormen. Het gebouw is ten slotte ook klaar voor de huidige situatie: door de ruimtelijkheid in het gehele ontwerp passen zowel de publieke als niet-publieke (werk)plekken in de 1,5 meter maatschappij.