De Amsterdamse Metro Oostlijn is een uniek voorbeeld van brutalisme in de Nederlandse openbare architectuur, van de hand van architecten Spängberg en Van Rhijn. De Oostlijn loopt dwars door de stad, met deels onder- en deels bovengrondse stations.
Architectenbureau GROUP A en strategisch ontwerpbureau Fabrique zijn verantwoordelijk voor de renovatie van 16 Metro Oostlijn stations. Het ontwerp gaat ‘terug naar de basis van het oorspronkelijke ontwerp’, maar is ook ‘een visie op toekomstbestendigheid’, en daarmee hét antwoord op de vraag van gemeente Amsterdam. De Oostlijn werd in de jaren ’70 ontworpen als “totaalontwerp”. Kunst, meubels, bewegwijzering en treinen werden ontworpen voor de nieuwe lijn. De renovatie omvat de herinrichting van 5 ondergrondse- en 11 bovengrondse stations. Met de renovatie is het negatieve imago van de lijn omgezet in een nieuwe sterke frisse identiteit. Een eigentijdse metro die goed functioneert, overzichtelijk is en prettig om te gebruiken.
Het publieke karakter van de Metro wordt versterkt door toevoeging van zorgvuldig ontworpen commerciële ruimtes en stationsmeubilair. Alle ‘verrommelende’ elementen, zoals kaartautomaten, camera’s en informatiepanelen zijn geclusterd en geïntegreerd in de architectuur om rustige en begrijpelijke ruimtes te creëren. Indirecte verlichting zorgt ervoor dat de ruimte op een comfortabele manier voelbaar wordt. Nissen zijn gesloopt en muren gladgestreken om passagiersstromen en gevoel van sociale veiligheid te verbeteren. Ruimtelijke interventies brengen daglicht en overzicht. Lichtaccenten en vides zorgen voor de oriëntatie van de reiziger. Het openen van liftschachten versterkt de vindbaarheid van de metro in de stad.
De constructies van het oorspronkelijke ontwerp zijn compromisloos en ruw. De nieuwe toevoegingen hebben eenzelfde uitgesprokenheid, maar op detailniveau meer verfijning om contrast tussen oud en nieuw te accentueren. Toepassing van materialen zoals glas, op maat gemaakte geglazuurde tegels en van warm gekleurd hardhout gemaakte bankjes en traprails vormen een tegenstelling én aanvulling op het ongepolijste karakter van béton brut. Het rustige kleurgebruik in de metro laat alle materialen goed uitkomen. De gerenoveerde stations nodigen uit tot interactie tussen gebruikers en passanten en versterken de relatie tussen het interieur en exterieur van de architectuur in de stad.