De LocHal: een nieuw leven voor een icoon van burgerlijke trots en standplaats voor het collectieve geheugen
De Nederlandse Spoorwegmaatschappij is van groot belang geweest voor de late bloei van industriestad Tilburg aan het begin van de 20e eeuw. Gebouwd in 1932, deed deze voormalige locomotiefloods dienst als een grote werkplaats waar veel van de voormalige inwoners van deze zuidelijke stad gewerkt hebben. De bruisende fabriekshal was de motor achter de vormgeving van het culturele profiel van Tilburg. Tot op de dag van vandaag wordt Tilburg door heel Nederland als arbeidersstad gezien.
Het gebied rond de loods was tot de allerlaatste bedrijfsuren hermetisch afgesloten voor publiek. Desalniettemin circuleren al generaties lang de levendige verhalen over de kolossale rijtuigen en locomotieven, de robuuste machines, over de geluiden en de geuren. Het werkplaatsgebouw dat nu LocHal heet, werd in de loop van de tijd een symbolisch icoon van de lokale geschiedenis, bekend onder de inwoners.
De hal bleef onaangetast totdat de gemeente Tilburg in 2014, en later Civic Architects, Braaksma & Roos Architecten en Inside Outside | Petra Blaisse als ontwerpteam, begonnen met de transformatie tot een stedelijke ruimte, die doordrenkt moest blijven met het collectieve geheugen en de geest van de stad. Door de leegstaande structuur om te bouwen tot een openbare bibliotheek en flexibele kantoorruimte – misschien wel het meest genereuze type openbaar gebouw – wordt het heroïsche verhaal van staal en zweet nu teruggegeven aan het grotere publiek en toekomstige generaties. Dat wat in het verleden de stad en haar mensen bepaalde, is nu het hart van het openbare leven geworden. En hoewel het in een nieuwe vorm is gesmeed, zal de LocHal opnieuw de ontwikkeling van de stad in het volgende tijdperk, gebouwd op haar wortels, bepalen.
Heruitvinden van de Openbare Bibliotheek en Werkplek tot Huiskamer van de Stad
Openbare bibliotheken zijn het onderwerp van evolutie geweest sinds hun eerst opkomst in vroegere samenlevingen. Al eeuwenlang wisselen deze ruimtes van contemplatie zich af als democratische instrumenten die mensen opvoeden, laaggeletterdheid bestrijden en een plaats bieden voor dialoog en debat, vrije tijd en artistieke expressie. In een tijdperk van digitalisering en wereldwijde informatie-uitwisseling moet het concept van wat een bibliotheek is en kan zijn, worden uitgebreid. Behalve een plek om nieuwe vormen van media te introduceren, ligt de kracht van de bibliotheek in zijn rol als ontmoetingsplek van de stad.
De LocHal geeft opnieuw betekenis aan de functie van een bibliotheek en flexibele werkplek in het digitale tijdperk. Het faciliteert de lezende ‘boekenconsument’, maar biedt ook nadrukkelijk ruimte aan de creatie van kennis. Hierbij is curatorschap even belangrijk als het boekenarchief en interactie met menselijke experts een actievere vorm van kennisvergaring dan de boeken zelf. De architectuur maakt deze rol van de bibliotheek mogelijk. Naast verschillende evenementen en lezingenruimtes zijn er ook laboratoria waar je wordt uitgedaagd nieuwe kennis op te doen en nieuwe technieken te leren kennen. Door het hele gebouw zijn deze bijzonder vormgegeven labs te vinden. De aanwezigheid van de bibliotheek, de kunstinstituten, en Seats2Meet zorgen voor een diverse groep kennishouders om dit bibliotheekconcept te laten slagen. Deze plekken veranderen de bibliotheek van een plek voor informatievergaring in een centrum voor inspiratie, begrip en creativiteit. Tegelijkertijd heeft de flexibele werkplek een hoge vlucht genomen in een digitale samenleving waar op elke plek gewerkt kan worden en waar (globale) interactie en multidisciplinaire samenwerking cruciaal zijn en waar milieubewustzijn mensen kan aanzetten ruimtes te delen. De aard van het gebouw zorgt er bovendien voor dat collectie en gebruik met de tijd zonder probleem kunnen worden aangepast.
De atmosfeer in het gebouw past bij die van een productief kennisgebouw. Zowel de constructie en onaangetaste artefacten van het oude gebouw als de nieuwe toevoegingen zijn opgebouwd uit basale materialen, zwart staal, beton, glas en hout, toegepast in grote vlakken. Ook is er gebruik gemaakt van artefacten uit de spoorzone zoals stalen trappen en leuningen, onderstellen van treinen. De textiele schermen voegen schaal- en kleur accenten toe. De architectuur bestaat voornamelijk uit de originele, puur functionele constructie en nieuwe details zijn doelbewust hieraan aangepast. Om op duurzame wijze aan de warmtebehoefte te voldoen, is een uitgekiend klimaatconcept met vijf klimaatzones uitgewerkt. De mate waarin het klimaat wordt gereguleerd wordt afgestemd op de ruimte, volgens het principe ‘heating the people, not the space’. Waar de opengewerkte zuidgevel een ruime en uitnodigende zonovergoten entree creëert, begeleidt het royale trappenlandschap de bezoeker met één gebaar naar verschillende niveaus in allerlei richtingen. ’s Avonds keert het gebouw zich binnenstebuiten en wordt het interieur zelf de lichtbron: een uitnodigend baken in de stad. Binnen krijgt het gebouw ’s avonds het karakter van een stadstheater door het warme licht dat op alle harde en zachte vlakken valt.
Verdeeld over meerdere verdiepingen fungeert het als een transparente en zorgeloze ruimte terwijl leestafels, gemeenschappelijke studieplekken en bijzondere ruimtes met elkaar verweven zijn door het geheel. Het ingenieuze interieurlandschap wordt versterkt door het zestal grote textiele doeken, die tot het dak reiken om de schaal van het gebouw te accentueren, om ruimtes te definiëreren en de akoestiek te verbeteren. De textiele wanden onderschrijven daarbij het typisch Tilburgse DNA en omarmen een historisch fenomeen dat specifiek is voor de stad, namelijk de bloeiende textielindustrie die in de afgelopen eeuwen de belangrijkste inkomstenbron van de regio vormde.
Dit nieuw leven ingeblazen gebouw biedt een vrolijke sfeer waarin kennis en ideeën in de loop van de tijd kunnen gedijen. De architectuur en het interieur legt de charme, schaal en betekenis van het gebouw vast. Het interieur toont een gespierde schoonheid en elegante ruimtelijke compositie. Tegenwoordig hebben de Tilburgers zich het gebouw toegeëigend als het hunne, als een huiskamer van de stad.