HET INTERIEUR ALS VERLENGDE VAN DE STAD
Covid 19 heeft het werken op kantoor compleet veranderd: het kantoor is niet meer een plek waar 8 uur per dag en 5 dagen in de week gewerkt wordt, het kantoor is een plek voor overleg en ontmoeting geworden. Soms zit je er een dag, soms een paar uur voor een overleg. Het kantoor is geen cocon meer waar men zich isoleert van het stadse rumour. Daarom is het vanzelfsprekend dat het ontwerp voor de Keizersgracht 126 een weerspiegeling is van de stedelijke architectuur. Het complex is in 350 jaar gegroeid, veranderd, aangepast en omgedraaid. Vergelijkbaar met de ongeplande historie van de stad is de historie van het gebouw manifest gemaakt in het ontwerp voor Keizersgracht 126. Als gevolg van dit uitgangspunt zijn er in het gebouw ruimtes en plekken ontstaan die onderdeel zijn van het totaal maar toch een eigen identiteit hebben. Het nodigt de gebruikers uit het gebouw te verkennen en op zoek te gaan naar een favoriete plek. Zelfs (of juist?) een monumentaal grachtenpand kan inspelen op de dynamiek van de moderne stad.
HISTORIE
Keizersgracht 126 werd in het tweede kwart van de zeventiende eeuw gebouwd en kreeg omstreeks 1760 zijn huidige voorgevel in Lodewijk XVstijl. Mogelijk werd de hoofdingang kort daarna van een bijpassende hardstenen deuromlijsting voorzien. In 1927 liet Verzekeringsbank Victoria het pand door architect Barend van den NieuwenAmstel jr. verbouwen. Daarbij werd op het kavel van Keizersgracht 128 een uitbreiding gerealiseerd.
Omstreeks 1954 werd het complex uitgebreid door Keizersgracht 124 erbij te trekken en aan de achterzijde uit te breiden. Bij deze ingrijpende verbouwing werd de façade van 124 aangepast naar het voorbeeld van 128 en werden de houten schuiframen vervangen door stalen ‘stoeltjesprofiel’ raamkozijnen. De nieuwe achtergevel werd bijna volledig in glas uitgevoerd. Ook hier zijn de kozijnen gemaakt van, de voor die tijd gebruikelijke, stalen ‘stoeltjes’ profielen.
Alhoewel de rijksmonumentale voorgevel anders doet vermoeden is de constructie van de aangebouwde delen een modernistische betonconstructie. De oudste delen van het complex zijn opgebouwd uit metselwerk wanden en houten vloeren. Na het vertrek van de verzekeringsbank heeft het complex nog verschillende interne verbouwingen ondergaan die o.a. door veelvuldige toepassing van systeemplafonds, geen positieve bijdrage waren aan de leesbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Kortom: de klassieke symmetrische gevel representeerde niet de gefragmenteerde opbouw van het complex. Daarnaast was het 4000m2 grote kantoor niet voorzien van een luchtbehandelings installatie.
AMBITIE
De ambitie bij de gerealiseerde verbouwing was om dit rijksmonument duurzaam, gasloos én comfortabel te maken waarbij de geschiedenis en de ruimtelijke structuur herkenbaar en leesbaar wordt.
Een belangrijke eerste ingreep was het verplaatsen van de lift naar de kop van het trappenhuis zodat de verticale transportroutes gekoppeld zijn. Daardoor ontstond de mogelijkheid om in het relatief hoge souterrain van nummer 128 de luchtbehandelingsinstallatie op te stellen en de oude liftschacht te transformeren tot installatie schacht. Systeemplafonds zijn verwijderd zodat de bovenliggende betonnen en houten vloerconstructies zichtbaar werden. Door middel van een zorgvuldig afgestemd installatieplan zijn kanalen, inductieunits, goten, verlichting en sprinkler geintegreerd in een totaal ontwerp. Akoestiek is opgelost door middel van speciaal gemaakte akoestische panelen in zig-zag vorm om zo veel als mogelijk absorbtie oppervlak te realiseren. In de ‘stijlkamers’ is gekozen voor een verborgen oplossing voor de installaties in de wanden en plafonds om het klassieke karakter van deze ruimtes te ondersteunen.
DUURZAAM
De belangrijkste investering voor de verduurzaming ligt verborgen onder het maaiveld: Een 160 meter diepe WKO bron die het gebouw verwarmd en koelt. Het dak van de 4e verdieping is bedekt met 68 zonnenpanelen. Daarnaast zijn, om de energievraag te beperken, de stalen ‘stoeltjes’ profielpuien in de achtergevel vervangen door thermisch isolerende Janssen Arte kozijnen met triple glas. In samenwerking met aannemer en producent is er een hedendaagse vertaling gemaakt van de karakteristieke Jaren 50 kozijnen. De kozijnen in de voorgevel zijn gerestaureerd en voorzien van isolerende achterzetramen. Zowel vanwege esthische als climatalogische reden is het 400m2 grote souterrain dak bedekt met een sedumlaag.
RUIMTELIJKHEID
Door het voorheen afgesloten en dichte trappenhuis open te breken en deze samen met de nieuwe liftschacht te voorzien van glazen puien zijn de ruimtelijke verbindingen in het gebouw vanzelfsprekend verbeterd. De nieuwe trap is uitgevoerd is gevouwen staalplaat zodat hij veel slanker en transparanter kon worden gemaakt in vergelijking met de oude gemetselde trap. Daarnaast is het souterrain geschikt gemaakt als kantoorruimte. Er zijn nieuwe daklichten en er is een nieuwe glazen pui gericht op de intieme patio gemaakt, een brede trap van begane grondvloer naar het souterrain verbindt deze multifunctionele ruimte met de rest van het gebouw. De grootste winst is natuurlijk geboekt door het verwijderen van de verlaagde plafonds. Het is nu mogelijk de volledige hoogte van alle verdiepingen te ervaren.