Het Institute for Advanced Study (IAS) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) is een centrum voor interdisciplinair onderzoek en heeft de ambitie een vrijplaats te zijn binnen de academische wereld. IAS brengt jonge internationale wetenschappers samen om ideeën te genereren, kennis te verbreden en nieuwe interdisciplinaire onderzoeksmethodologieën te ontwikkelen.
IAS neemt haar intrek in twee Rijksmonumenten aan de Oude Turfmarkt, nummer 145 en 147, in het hart van de binnenstad van Amsterdam. De twee panden zijn door architect Philips Vingboons in 1642 als tweelingpanden ontworpen, maar de tweeling werd bij de geboorte al gescheiden. Verschillend gebruik en verschillende eigenaren lieten hun sporen achter in de panden. De gevel van 147 werd in 1882 zelfs helemaal vervangen naar een ontwerp van A.L. Van Gendt.
HOH Architecten heeft panden 145 en 147 verbouwd tot het nieuwe onderkomen van IAS, waarmee de tweeling na drieënhalve eeuw in gebruik weer herenigd wordt. De rijke en bewogen geschiedenis van de panden vormde een inspiratiebron. De spiegeling van de panden, het bouwen en verbouwen, historiserend tegenover hedendaags, laag op laag, generatie op generatie zit in het DNA van de panden besloten. Dit gaf HOH een handreiking om soms te reconstrueren en soms radicaal in te grijpen waar het nieuwe gebruik dat afdwong.
Een andere inspiratiebron vormde de nieuwe gebruiker, het IAS. Omdenken, herbekijken en ontdekken, eigenschappen die het instituut van haar wetenschappers verwacht, hebben de architecten ook geïntroduceerd in de verbouwing van het pand. Een architectonisch en ruimtelijk spel tussen fysiek en visueel, oud en nieuw, werkelijkheid en perceptie, moet ervoor zorgen dat zowel gebruikers als bezoekers hun manier van interactie, werken en samenwerken moeten herdefiniëren.
Doordat de panden 145/147 door de jaren en eeuwen heen door verschillende gebruikers op verschillende manieren gebruikt en verbouwd zijn, is er nog nauwelijks een verband te zien tussen de verschillende verdiepingen van één pand, laat staan tussen de panden onderling. In feite zijn de gebouwen gereduceerd tot een collectie van kamers, waarvan er altijd twee zijn met dezelfde afmetingen, één in 145 en één in 147.
Vanuit een economisch, pragmatisch en intellectueel standpunt heeft HOH gewerkt met wat er is, met de kwaliteiten die per kamer werden aangetroffen en wat er tijdens het bouwproces op je afkomt. Door interventies aan een kamer toe te voegen of juist een interventie weg te halen, door generieke details te behandelen als een bijzonderheid, te versterken of te herhalen, wordt van elke kamer een stijlkamer gemaakt. IAS heeft hierdoor niet één dominante huisstijl gekregen, maar is een mix geworden van verschillende stijlen, waarbij elke ruimte uniek is en afgestemd op de nieuwe functie en met een materialiteit, afwerking en sfeer. Juist door deze ervaring en de kruisbestuiving tussen de verschillende stijlen, gebruikers en sferen heeft IAS haar eigen identiteit gekregen.