Hoppenbrouwers Techniek groeit hard. Om hier het hoofd aan te kunnen bieden, werd om de hoek van het hoofdkantoor, een gedateerd bedrijfsverzamelgebouw gekocht. Met dit gebouw ontstond een soort campus. Er moest dus letterlijk en figuurlijk een link worden gelegd met het hoofdgebouw, maar wel met een duidelijke eigen identiteit en beleving. Verder moest er een inspirerende, huiselijk aandoende werkplek worden gerecreëerd, voor een groep techneuten, die zich bezig houdt met complexe opgaven. Een plek, die anders moest worden, dan hetgeen men gewend was.
Het gehele, bestaande gebouw is daartoe gestript. Voor wat betreft de gevels niet alleen noodzakelijk vanuit genoemd en esthetisch oogpunt, maar ook om deze aan te passen aan de eisen van deze tijd. Bijvoorbeeld voor wat betreft de isolatiewaarden e.d.
Er is voor gekozen, een strak blok te ontwerpen. Hierbij zijn de bestaande kozijnen zijn gehandhaafd, maar zijn beide entrees zijn geaccentueerd. De entree aan de zijde van het hoofdkantoor is onderdeel van een hoek, die compleet is opengegooid. De gevel bestaat uit 48-delig, monumentaal kunstwerk in glas. Te zien is een vliegende hopvogel, die zich uitspreidt over twee wanden. De vogel is verweven met een motief van zeshoeken (hexagonen), refererend aan de dakliggers, techniek en netwerken. De zeshoek en het motief komen op verschillende manieren terug, in het gehele ontwerp. De hopvogel symboliseert snelheid, techniek en doelgericht werken en past bijzonder goed bij opdrachtgever Hoppenbrouwers, die haar medewerkers ‘Hopjes’ noemt en die voor de tweede keer is uitgeroepen tot beste werkgever.
Het gebouw is bekleed met panelen van alucobond, met een opvallende kleur. Deze is ontleend aan de grote lamellen bij de entree van het hoofdkantoor, die eveneens zijn voorzien van glaskunst. De kleur komt in het interieur ook veelvuldig terug en vormt de basis van het gebruikte kleurenpallet. De nieuwe, wat industriële stijl moest transparant en dynamisch zijn, waarbij interieur en exterieur zover mogelijk, een eenheid zouden gaan vormen.
Het interieur betreft een complete herinrichting van in totaal 1.600 m2, verdeeld over twee verdiepingen. Hier is als basis de vloerafwerking gekozen, als een plateau, waarop alle functionele onderdelen zijn geplaatst. Ter plaatse van de pantry’s, de entrees en de toiletten is een gietvloer toegepast. Voor het overige deel is vloerbedekking toegepast. Dit is maatwerk en als geheel ontworpen. Ook hier ligt een motief van zeshoeken overheen. De vloer zorgt voor een basis en een totaal andere beleving. Op de verdieping is daarbij geen plafond toegepast en is de fraaie, bestaande combinatie van dakplaten, dakbalken en spanten in het zicht gelaten. En zeker in het geval van een technisch bedrijf niet onbelangrijk: Ook de installaties zijn zichtbaar!
Een ander belangrijk en bijzonder aspect is, dat een groot gedeelte van de begane grond, nabij de entree, flexibel indeelbaar is. Met behulp van een ingenieus rail- en gordijnsysteem is hier van één grote ruimte, voor ontvangsten e.d., een verdeling te maken, tot in totaal vier kleinere ruimten.
Met een hopvogel als symbool, lag de naam van het gebouw voor de hand: ‘Broedplaats’. Maar ook letterlijk past het en slaat het op het uitbroeden van projecten en het benadrukken van het nestgevoel. De noodzaak van samenwerken, in een inspirerende omgeving.
Architect en kunstenaar hebben deze periode van samenwerking als zeer inspirerend ervaren. Beide expertises, met als leidraad natuurlijk de opdracht en het einddoel, de verwevenheid van disciplines en het gebruik van duurzame materialen heeft tot een organisch resultaat geleid. We willen met onze inzending aantonen en nogmaals benadrukken, dat het samengaan van Architectuur en Kunst, een krachtig eindresultaat kan opleveren.